Onderzoekers van het National Consumer Research Center en de Universiteit van Helsinki hebben een recent onderzoek gepubliceerd als onderdeel van een Fins onderzoeksproject over gewichtsbeheersing (KULUMA, 2009-2011). Ze analyseerden de houding van Finnen van middelbare en oudere leeftijd ten opzichte van producten die zijn ontworpen voor gewichtsbeheersing en ontdekten dat consumenten in het algemeen minder gunstige opvattingen hebben over ‘lichte’ producten, maar er toch voor kiezen wanneer ze op dieet zijn om af te vallen.
Achtenzestig deelnemers (47 vrouwen en 21 mannen) tussen 38 en 77 jaar namen deel aan het kwalitatieve onderzoek. Discussies in acht focusgroepen en schriftelijke productevaluaties werden gebruikt om de houding ten opzichte van verschillende voedingsmiddelen te onderzoeken voor gewichtsbeheersing en de link naar de perceptie van de deelnemers over gezond eten. De respondenten werd gevraagd om 20 verschillende producten te classificeren als geschikt of ongeschikt voor gewichtsbeheersing. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat consumenten de gezondheid van voedingsmiddelen en hun vermogen om gewichtsverandering te helpen als nauw met elkaar verband houden. Nog niet onderzocht zijn de onderliggende redenen en het verband tussen gewichtsbeheersing en gezond eten. Het onderzoek richtte zich op de onderzoeksvraag waarom mensen kritiek kunnen hebben op voedsel dat is geproduceerd voor gewichtsbeheersing, maar het toch consumeert als ze op dieet zijn om af te vallen.
Bij de evaluatie van de verschillende producten door deelnemers kon een algemeen patroon worden waargenomen. Basis- en onbewerkte voedingsmiddelen hadden een positiever imago en werden als geschikt beschouwd voor gewichtsbeheersing. Bewerkte voedingsmiddelen werden daarentegen als minder gunstig ervaren. De meeste voedingsmiddelen die speciaal zijn ontworpen voor gewichtsbeheersing, werden als ongeschikt beoordeeld, b.v. een frisdrank voor gewichtsbeheersing, een lichte mueslireep of een licht biertje. Volgens de onderzoekers kunnen tegenstrijdige opvattingen en idealen van gezond eten dit helpen verklaren. Terwijl de respondenten zeiden dat gewichtsbeheersing en gezond eten hand in hand gaan, blijkt uit studieresultaten dat dit niet noodzakelijk in de praktijk is gebracht. Deelnemers gaven aan dat je aan zou kunnen komen door gezond te eten, terwijl je ook af kunt vallen door ongezond te eten.
Deelnemers toonden interesse in energie-inhoud, de kwaliteit en kwantiteit van vet, eiwitten en koolhydraten, met speciale aandacht voor suiker. Deze interesse kon het in deze studie waargenomen gewichtsbeheersingsgedrag en voedselkeuze echter niet volledig verklaren. Bijkomende factoren werden duidelijk bij het focussen van de discussies op algemeen gezond eten, in plaats van alleen op gewichtsbeheersing. De belangrijkste besproken aspecten waren de natuurlijkheid van voedingsmiddelen en het algemene ideaal van een matige consumptie om het gewicht te beheersen. Wat betreft de eetmoraal van de respondenten werd getwijfeld aan de werkelijke behoefte aan specifiek voedsel voor gewichtsbeheersing. Een terugkerende stelling was dat “als men met mate eet, voedingsmiddelen die zijn ontworpen voor gewichtsbeheersing overbodig worden”. De onderzoekers ontdekten echter dat situationele vervanging kan plaatsvinden, d.w.z. ‘Normaal’ voedsel wordt omgeruild voor de ‘light’ versie als dit als gunstig wordt beschouwd voor een bepaalde situatie, bijv. tijdens een dieet om af te vallen.
Resultaten van het kwalitatieve onderzoek laten zien dat matige consumptie wordt gezien als de sleutel tot lichaamsgewichtsbeheersing. Producten voor gewichtsbeheersing kunnen door consumenten als onnodig worden beoordeeld en de consumptie van basis- en onbewerkte voedingsmiddelen wordt gezien als de juiste manier voor een gezonde voeding. Echter, ‘normale’ producten worden onder bepaalde voorwaarden vervangen door de ‘light’ versie om gewicht te verliezen of om het huidige gewicht te behouden. De perceptie van voedingsmiddelen die zijn ontworpen voor gewichtsbeheersing wordt sterk beïnvloed door verschillende idealen die consumenten van een gezond dieet houden en de situationele context van elke consument.